Leuk dat je luistert naar dagvers, de dagelijkse podcast van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Mijn naam is Dick. 

Vandaag lezen we Jesaja 1:1-20.

De profeet Jesaja leefde in de achtste eeuw voor Christus. De naam Jesaja betekent: De Heer helpt. Het boek heeft 66 hoofdstukken en bestaat uit een verzameling van profetische uitspraken van Jesaja en andere profeten.  

---

Jesaja, de zoon van Amos, was een profeet. Hij zag in een droom wat er met het land Juda en met Jeruzalem zou gebeuren. Dat was in de tijd van de koningen Uzzia, Jotam, Achaz en Hizkia. Nu volgt wat Jesaja gezegd heeft.
Hemel en aarde, luister goed! Hoor wat de Heer zegt: ‘Ik heb altijd voor de Israëlieten gezorgd, maar zij zijn mij niet trouw gebleven. Koeien kennen hun baas, en ezels weten van wie ze voer krijgen. Maar de Israëlieten kennen hun Heer niet. Mijn volk wil niets van me weten.’
Volk van Israël, het gaat niet goed met jullie. Jullie zijn slecht en doen steeds verkeerde dingen. Jullie zijn niet trouw aan de Heer. Jullie hebben geen eerbied meer voor de heilige God. Jullie zijn weggegaan bij de Heer, en jullie denken niet meer aan hem.
Het gaat helemaal niet goed met jullie. Jullie lijken op iemand die zwaargewond is. Zijn hele lichaam doet pijn en overal zit bloed. Maar hij wil niet dat iemand zijn wonden verzorgt.
Waarom willen jullie geen hulp? Waarom blijven jullie je tegen de Heer verzetten? Zijn jullie nog niet genoeg gestraft?
Jullie land is verwoest, jullie steden zijn verbrand. Vijanden hebben de oogst van het land vernield. Jullie hebben zelf gezien hoe alles verwoest werd. Er is bijna niets over van de stad Jeruzalem. Er wonen nog maar weinig mensen. De stad is leeg, en de inwoners zijn bang.
Maar zonder de hulp van de machtige Heer zou er in Jeruzalem helemaal niemand meer in leven zijn! Dan zou iedereen gedood zijn, net als vroeger in de steden Sodom en Gomorra!
Leiders van Israël en inwoners van Jeruzalem, luister goed! Jullie zijn net zo slecht als de inwoners van Sodom en Gomorra! Hoor wat de Heer jullie leert.
De Heer zegt: ‘Wat moet ik met al jullie offers? Ik heb genoeg van al die schapen. Ik heb genoeg van die vette koeien. Al die dieren, ik wil ze niet meer. Jullie komen steeds naar mijn tempel. Waarom doen jullie dat? Stop toch met die offers. Ik wil ze niet. Ik heb genoeg van jullie wierook en van al jullie feesten.
Als jullie feestvieren in de tempel, dan gedragen jullie je heel slecht. Ik vind jullie feesten vreselijk. Ik kan er niet meer tegen, ik wil ze niet meer. Hoe lang jullie ook bidden, ik luister niet. Als jullie je handen omhooghouden om te bidden, dan sluit ik mijn ogen. Want met die handen hebben jullie mensen vermoord!’
De Heer zegt: ‘Volk van Israël, was het bloed van je handen, stop met al die misdaden. Ik kan er niet meer tegen. Maak een eind aan het kwaad. Leer hoe je goed moet doen, en zorg dat er eerlijk rechtgesproken wordt. Geef slechte leiders geen kans. Help weduwen, en bescherm kinderen zonder vader.
Ik zal jullie vertellen wat jullie verkeerd gedaan hebben. Jullie zijn moordenaars, je handen zijn rood van het bloed. Toch kunnen ze weer zo wit worden als sneeuw, zo wit als witte wol. Want als jullie weer naar mij luisteren, dan zullen jullie een goed leven hebben. Maar als jullie niet naar mij luisteren, dan zullen jullie sterven in de oorlog.’

---

Het boek Jesaja begint met een droom. Jesaja droomt dingen die  gaan gebeuren in Juda en Jeruzalem. Door deze droom neemt Jesaja zijn taak op als profeet, om namens God te spreken. De eerste woorden lijken wel een wake-up call van God: word nou wakker, mijn volk, zien jullie dan niet wat er met jullie aan de hand is? Het gaat niet goed met jullie! Zoek mij, vraag mijn hulp! Luister! Het is niet dat het volk niet bidt of geen offers brengt, maar God vindt het niet goed hoe zij met anderen omgaan.  

Je kunt bidden en naar de kerk gaan, maar toch de plank helemaal misslaan. God vraagt het volk om goed te doen. Wat zou God daarmee bedoelen denk je?