Leuk dat je luistert naar dagvers, de dagelijkse podcast van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Ik ben Daniel.

Vandaag lezen we uit 2 Timoteüs 4:9-22.

Beste Timoteüs, doe je best om zo snel mogelijk bij me te komen, want Demas heeft me verlaten. Hij hield te veel van het leven, en was niet bereid om te sterven. Daarom is hij naar Tessalonica vertrokken. Crescens is naar Galatië gegaan, en Titus naar Dalmatië. Tychikus heb ik naar Efeze gestuurd. Nu is alleen Lucas nog bij mij.
Haal Marcus op en breng hem mee, want hij kan mij goed helpen bij het werk voor het goede nieuws.
Ik heb mijn jas laten liggen bij Karpus in Troas. Als je komt, neem die jas dan voor me mee. En neem ook de heilige boeken mee, ik bedoel die boeken van leer.
Alexander, de smid, heeft me veel kwaad gedaan. De Heer zal hem zijn verdiende loon geven! Ook jij moet voor hem oppassen, want hij verzet zich hevig tegen onze uitleg.
Toen ik de eerste keer voor de rechter moest komen, heeft niemand mij geholpen. Alle mensen lieten me in de steek. Ik hoop dat ze daar niet voor gestraft worden.
Maar de Heer heeft me gesteund en me kracht gegeven. Daardoor kon ik toen alles vertellen over het goede nieuws, en hebben alle volken het gehoord.
De Heer heeft me gered, het is alsof ik gered ben uit de bek van een leeuw. En de Heer zal me blijven beschermen tegen alle slechte daden van mensen. Hij zal me veilig naar de hemel brengen, waar hij koning is. Alle eer aan hem voor altijd en eeuwig! Amen.
Groet Prisca en Aquila van mij, en ook Onesiforus en zijn familie. Erastus is in Korinte gebleven, en Trofimus heb ik ziek achtergelaten in Milete. Probeer voor de winter bij me te komen, Timoteüs!
Je krijgt de groeten van Eubulus, Pudens, Linus, Claudia en alle andere christenen.
Ik wens je toe dat de Heer bij je is, en dat hij goed is voor jullie allemaal.


<a href="https://www.debijbel.nl/bgt">Bijbel in Gewone Taal © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap</a>
https://www.debijbel.nl/bijbel/BGT/2TI.4.9-2TI.4.22

---

De auteur van deze brief had met veel mensen contact. Van de meesten kennen we de namen niet, maar in deze brief krijgen we wel zicht op een aantal mensen die om de auteur heen stonden. Je ziet hier heel duidelijk dat je geloven samen doet: gelovigen helpen en steunen elkaar, in gebed, bemoediging en in praktische zaken. Tegelijkertijd ervaart ook deze auteur dat mensen je soms in de steek laten, waarover je teleurgesteld kan zijn. De auteur laat dit duidelijk merken. Tot slot zijn er ook heel praktische, dagelijkse dingen waar hij over schrijft, zoals een vergeten jas. Teleurstelling, hulp en een jas: ook dat is de Bijbel! 

De laatste wens is er een voor een tegeltje: 'Ik wens dat de Heer bij je is, en dat Hij goed is voor jullie allemaal.' Wie zou jij dit toewensen?