Dagvers - Dé dagelijkse Bijbelpodcast

🫅🏼Naar de keizer - Handelingen 25:1-12

Season 2025 Episode 267

Ontdek hoe Paulus, gedreven door zijn geloof, zijn rechten als Romeins burger inzet om naar de keizer te gaan en getuigenis te geven van de ultieme Koning: Jezus Christus. In wiens aanwezigheid zou jij graag het verhaal van Christus willen delen?

💬 Laat een reactie achter via WhatsApp
📲Heb jij de MijnBijbel app al gedownload?
🌟 Laat een review achter in jouw podcastapp!
☕Steun onze missie en doneer een kopje koffie
📖Lees de tekst mee op debijbel.nl
📱 Abonneer op ons WhatsApp kanaal
📷Volg ons op Instagram
💡Schrijf je in voor tweewekelijkse Bijbelse inspiratie
❤️Lees meer over het Bijbelgenootschap

Leuk dat je luistert naar dagvers, de dagelijkse podcast van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Mijn naam is Dick.

Vandaag lezen we uit Handelingen 25:1-12.

Festus was de nieuwe bestuurder van de provincie. Drie dagen nadat hij in Caesarea aangekomen was, ging hij naar Jeruzalem. Daar dienden de hogepriesters en de andere Joodse leiders een klacht in tegen Paulus. En ze vroegen aan Festus: ‘Wilt u ons een plezier doen, en Paulus naar Jeruzalem brengen?’ Maar in het geheim maakten ze een plan om Paulus onderweg te doden.
Festus antwoordde: ‘Paulus zit gevangen in Caesarea en blijft daar. Maar zelf ga ik binnenkort weer terug naar Caesarea. Jullie leiders kunnen met me meegaan. En als Paulus iets verkeerds gedaan heeft, kunnen ze hem daar beschuldigen.’
Festus bleef ongeveer tien dagen in Jeruzalem. Toen ging hij terug naar Caesarea. De volgende dag liet hij Paulus direct bij zich brengen. De Joden uit Jeruzalem gingen meteen om Paulus heen staan. Ze begonnen hem te beschuldigen van veel ernstige dingen. Maar die konden ze niet bewijzen.
Paulus verdedigde zichzelf en zei: ‘Ik heb niets gedaan tegen de Joodse wet, of tegen de tempel of de keizer.’
Festus wilde de Joden een plezier doen. Daarom vroeg hij aan Paulus: ‘Ik stel voor dat je met mij naar Jeruzalem gaat. Dan kunnen de Joodse leiders daar over je beslissen.’
Maar Paulus zei: ‘Ik ben een Romein, dus een Romeinse rechter moet over mij oordelen. En ik heb de Joden geen kwaad gedaan. Dat weet u ook! Stel dat ik een ernstige misdaad gepleegd had. Dan zou ik wel begrijpen dat ik gedood moest worden. Maar iedereen weet dat de beschuldigingen tegen mij niet waar zijn. Daarom mag ik niet aan de Joden overgedragen worden. Nee, ik wil dat de keizer mijn zaak beoordeelt!’
Festus overlegde met zijn raadgevers. Daarna antwoordde hij: ‘Je krijgt je zin. We brengen je naar de keizer.’

----

Rome was het middelpunt, het politieke centrum voor de wereld in die tijd. Jeruzalem was het middelpunt van het Joodse geloof. Paulus heeft als plan om naar Spanje te reizen, maar wordt als gevangene naar Rome gebracht. 
 De Romeinen wilden Paulus wel vrijlaten, zei Paulus toen hij terug keek op deze tijd (Handelingen 28:18). Maar de Joodse leiders uit Jeruzalem wilden dat niet. Daarom maakt hij als Romeins burger gebruik van zijn rechten om zich op de keizer te beroepen. Daar wil hij zichzelf verdedigen. Jezus had eerder al gezegd dat zijn leerlingen voor koningen en bestuurders geleid zouden worden (Matteüs 10:18). De hoogste auriteit was de keizer: juist aan hem hoopt Paulus te vertellen over de allerhoogste Koning: Jezus Christus. 

Wie zou jij graag over Jezus Christus willen vertellen? 

Podcasts we love

Check out these other fine podcasts recommended by us, not an algorithm.

Bijbel in een jaar Artwork

Bijbel in een jaar

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Zij Lacht - Elke Dag Artwork

Zij Lacht - Elke Dag

Nederlands - Vlaams Bijbelgenootschap
Kind & Bijbel Artwork

Kind & Bijbel

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Lezen met je hart Artwork

Lezen met je hart

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Bijbelbekentenissen Artwork

Bijbelbekentenissen

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap